-
1 in een vloek en een zucht
in een vloek en een zucht -
2 in een vloek en een zucht
in een vloek en een zuchtovernight, in nothing flatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in een vloek en een zucht
-
3 in een vloek en een zucht
прил.общ. в один миг -
4 in een vloek en een zucht doen
-
5 vloek
♦voorbeelden:een vloek uitspreken (over iemand, iets) • maudire (qn., qc.) -
6 vloek
♦voorbeelden:een vloek uitspreken (over iemand/iets) • curse someone/something〈 figuurlijk〉 in een vloek en een zucht • overnight, in nothing flat -
7 temps
temps [tã]〈m.〉1 tijd ⇒ tijdperk, periode2 weer♦voorbeelden:temps d'arrêt • pauze, rust, onderbrekingtemps de réflexion • bedenktijd〈 spreekwoord〉 autres temps, autres moeurs • andere tijden, andere zedenil y a beau temps que • het is al een tijd geleden datbon temps • veel plezierces temps-ci • de laatste tijdtemps creux • stille tijdil est grand temps • het is de hoogste tijdtemps humains • manurenmon jeune temps • mijn jonge jarenen même temps • tegelijkertijden même temps … et • zowel … alstemps mort • 〈 sport en spel〉spelonderbreking, time-out; 〈 figuurlijk〉 onderbreking; 〈van werk enz.〉 onbenutte tijdtemps moyen de Greenwich • Greenwichtijdtravailler à plein temps, à temps complet • een volledige baan hebbenles premiers temps • aanvankelijk, in het beginquelque temps • een tijdjede, en tout temps • altijd (al), te allen tijdetout le temps • voortdurend, steeds (maar), de hele tijden temps utile, voulu • te zijner tijdpar le temps qui court • heden ten dagese donner, se payer, prendre du bon temps • zich goed vermaken, het ervan nemenil n'est que temps • het is hoog tijdil était temps • dat was nog maar net op tijdavoir fait son temps • zijn (beste) tijd gehad hebben; 〈 van personen〉 versleten zijn; 〈 figuurlijk〉 achterhaald zijnpasser le temps • de tijd verdrijvenprendre son temps • zich niet haasten, het juiste ogenblik uitkiezentromper, tuer le temps • de tijd dodenn'avoir qu'un temps • van korte duur zijnil y a peu de temps • onlangsà temps • op tijd, bijtijdsavec le temps • mettertijddans le temps • vroeger, destijdsde temps à autre, de temps en temps • van tijd tot tijd, af en toede mon temps • in mijn tijdêtre de son temps • een kind van zijn tijd zijndepuis quelque temps • sinds kortdu temps de Charlemagne • in de tijd van Karel de Grotedurant, pendant ce temps • in die tussentijd, intussenen temps et lieu • te gelegener tijd en plaatsentre temps • intussenau, dans le, du temps où • toendepuis le temps que • sindsdu temps que • toenpar le temps qu'il fait • met dit weerquel temps fait-il? • wat voor weer is het?le temps se met au beau • het wordt mooi weer3 temps d'une danse • danspas, dansfiguur(mesure à) trois temps • driekwartsmaatbattre les temps d'une mesure • de maat slaanen deux temps, trois mouvements • in een vloek en een zuchtmoteur (à) quatre temps • viertaktmotorm1) tijd2) weer3) maatdeel [muziek]4) slag -
8 brace
n. klamp; boor; paar--------v. (zich) scherp zettenbrace1[ brees]1 klamp ⇒ (draag)beugel, (muur)anker2 steun ⇒ stut, verstijvingsbalk4 band ⇒ riem, spansnoer♦voorbeelden:→ main main/1 bretels♦voorbeelden:1 two pairs of braces • twee stel/paar bretels————————brace2〈zelfstandig naamwoord; meervoud: brace〉1 koppel ⇒ paar, stel♦voorbeelden:————————brace3〈 werkwoord〉1 vastbinden ⇒ aantrekken, aanhalen2 versterken ⇒ verstevigen, ondersteunen♦voorbeelden:he told her to brace herself for a shock • hij zei haar dat ze zich op een schok moest voorbereiden -
9 в один миг
prepos.gener. in een vloek en een zucht -
10 делать мигом
vgener. (что-л.) (iets) in een vloek en een zucht doen -
11 делать очень быстро
vgener. (что-л.) (iets) in een vloek en een zucht doenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > делать очень быстро
-
12 in a brace of shakes
in a brace of shakes -
13 six-quatre-deux
-
14 en deux temps, trois mouvements
en deux temps, trois mouvementsDictionnaire français-néerlandais > en deux temps, trois mouvements
-
15 à la six-quatre-deux
à la six-quatre-deuxin een vloek en een zucht, op z'n janboerenfluitjes -
16 в один миг
prepos.gener. in een vloek en een zucht -
17 делать мигом
vgener. (что-л.) (iets) in een vloek en een zucht doen -
18 делать очень быстро
vgener. (что-л.) (iets) in een vloek en een zucht doen -
19 bei ihm muss alles hopp gehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > bei ihm muss alles hopp gehen
-
20 hopp
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Glück — 1. Am Glück ist alles gelegen. Frz.: Il n y a qu heure et malheur en ce monde. Lat.: Fortuna homini plus quam consilium valet. 2. Bâr d s Glück hat, fürt di Braut hem. (Henneberg.) – Frommann, II, 411, 141. 3. Bei grossem Glück bedarf man gute… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon